Beste ouders en kinderen,
Het huiswerkblad van taal voor thema 1 van Woordenschat is mee naar huis gekomen. Uw kind kan de woorden van week 1 (les1) oefenen. Dat is de eerste kolom. De woorden van week 2 (les 6) is de tweede kolom en de woorden van week 3 oefenen (les 11) dat is de laatste kolom. Lees de woorden regelmatig even door. Vraag daarna aan je vader of moeder of ze je willen overhoren. Zij zeggen een woord en jij moet dan vertellen wat het woord betekent of andersom. Je hoort de uitleg van een woord. Welk woord hoort hierbij? Zet een krul bij de woorden die al goed gaan. Zo zie je welke woorden jij lastig vindt!
Je kunt het ook op een andere manier oefenen via Quizlet. Dat is een gratis programma die je heel mooi kunt gebruiken om de woorden te oefenen die je niet weet. Via een aantal aparte spelletjes kun je dat doen.
Kaarten: Je ziet een woord en jij denkt na over wat dit woord betekent. Weet je het dank klik je op het woord en dan verschijnt het antwoord. Zo kun je zien of je het goed had. Dan klik je op blauwe pijltje onderaan om naar een nieuw woord te gaan.
Leren: Er staat een vraag en daarbij staan 4 antwoorden. Welk antwoord is goed. Klik daarop. Is het goed dan wordt het woord groen. Is het fout dan laat hij zien welk antwoord goed was.
Speller:
Je kunt op het symbool van het geluidsteken drukken. Dan wordt er een woord gezegd. De uitleg van het woord staat eronder. Jij moet het woord foutloos typen. Is het goed dan wordt het woord groen en gaat hij van zelf door naar het volgende woord. Is het fout dan laat hij zien wat het moest zijn en kun je het verbeteren.
Test: Je kunt hier verschillende oefeningen maken en als je overal iets hebt ingevuld dan klik je op het woord controleer onderaan. Dan zie je hoeveel procent je goed hebt. En wat je fout hebt gedaan.
Veel succes met oefenen kanjers! Kijk welke oefening bij je past!